Boekenstad Deventer

Je slentert door de oude boekenstad en hoort, heel ver
de zachte cadans van een dieselmotor op de rivier
gedurig tikken van de voetgangerslichten
kinderstemmen die aanzwellen op het schoolplein
de trein die als een metalen slang de stad binnenrijdt
verwaaide klanken van het carillon

Auto’s remmen af en trekken op
Een fietser belt en remt, want hij heeft haast
Winkels dreunen wenkend disco naar de straat
Een marktkoopman vertelt van verse vis
Er valt een glas op het Brink-terras, er klinkt gelach
Zo, vol geluiden is vandaag, de dag

Je pakt een boek, en bladert wat
Je zit, en ziet een woord, nooit van gehoord
Lees, en lees en alles om je heen wordt stil
Nu vormt het boek geluiden in je hoofd
De klanken kleuren levendig de stad
Zo’n drukte om je heen, nog nooit zo’n rust gehad

Dick Metselaar
Deventer stadsdichter