Burgerweeshuis

Hier is de muziek
in de muren gesijpelt
In de hoek ligt nog
een daverend slotakkoord
Hier trillen nog
rood, blauw, gele lichten na
Bier, gemorst, houdt de danser vast
Carrières van maat en ritme
zijn geknakt of begonnen
Entreebewijzen
liggen als confetti verspreid
Stille getuigen op de grond
Op het binnenplein de zoete geur
van genot
Ruggen van handen,
bestempeld,
omarmen elkaar
Decibellen echoën na
in de oren
Als je eindelijk, het hoofd,
bevangen van de klanken,
op het kussen te rusten legt.

Dick Metselaar
Stadsdichter