Een goede raad

Wat moet de provincie toch als zich weer eens een welhaast onoplosbaar probleem openbaart,
een heikele kwestie, een duivels dilemma, een punt van sociaaleconomische aard?
Dan kun je wel soebatten, jijbakken, twisten, maar dat had toch zelden effect tot dusver.
Je kunt je dan beter op kenners beroepen, en dan kom je uit bij de SER.

Als iets expertise vereist, het daarzonder niet gaat,
dan vraag je de SER om sociaaleconomische raad.

De SER Overijssel: een club die tien raadsleden, twee adviseurs en een voorzitter telt:
heer Webers, een uiterst bekwaam functionaris, wat uiteraard ook voor de anderen geldt.
Zij geven adviezen, doorwrocht en doortimmerd en deugdelijk, weloverwogen, precies,
dat is absoluut te waarderen, maar wie voorziet ooit nou de SER van advies?

Wie adviseert ú eens, al was het dan maar voor de gein –
Daar was ik al bang voor, laat ik dan zo vriendelijk zijn.

Al zijn het hoofdzakelijk zaken waaraan ik toch eigenlijk liever mijn vingers niet schroei,
ik ben al begonnen; ik las uw drie oogmerken, één daarvan is economische groei,
u zorgt dat door alle – of door zoveel mogelijk – mensen sociaal wordt geparticipeerd
en dat hier de inkomens eerlijk verdeeld worden, nou, dat klinkt niet zo verkeerd.

Een lijstje dat, als je de punten zo leest, veel belooft,
maar ergens ook niet, want één ding ziet u over het hoofd.

Het streven is steeds economische groei en dat maakt me toch soms wel een klein beetje bang.
Het is niet geheel onbelangrijk natuurlijk, oké, maar toch ook niet het grootste belang?
Hoe harder we werken, hoe rijker we worden, maar daar houdt het ook wel zo’n beetje mee op;
hoe rijker we worden, hoe rijker we worden, steeds is er een hogere top.

De pakjesbezorger die zich haast een hartinfarct rent,
waarom toch, waarom moet toch alles altijd efficiënt?

De zorgmedewerkers zijn met hun patiënten weleens tot een praatje geneigd, maar geen tijd!
Kortom, wat ik wil, wat ik heel graag zou zien is een beetje meer ruimte
voor menselijkheid.
Dit moet het maar wezen, dit was mijn advies, net als u het ook af en toe
doet: ongevraagd.
Misschien dus dat bij economische voorspoed de werkdruk kan worden verlaagd.

Wellicht overweegt u hier echt eens mee bezig te gaan,
zou leuk zijn, maar – laatste raad – doe het vooral rustig aan.

Ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van de SER Overijssel.