Gedichten


Borgelerbad, een zwembad-idylle

Gebaseerd op feiten

Klam zwetend zette de man zich in de kleedruimte.
Hij pelt zijn kleren af, als de jaren van zijn leven.
Kleine zwarte fauna valt trillend op de vloer –
springend, dansend, huppelen zij weg.

Zijn witbleke huid is als een maanlandschap,
korstige kraters vormen roodbruine eilanden
in een aards kleurengamma.
De man staat op,

hij begeeft zich op weg
er knapt iets – open,
dan laat hij zich langzaam in het lauwe zachte
zwembadwater zakken
met in zijn kielzog een stoet van ongewassenen.
Het water sluit zich als een zachte zalf om
de stramme botten, de huid, de schilfers en de schimmels.

Mijn ooghoek signaleert beweging
de badjuffrouw neemt lusteloos haar plaats in
en kijkt lethargisch voor zich uit, zij doodt haar tijd
met tegels tellen.
Het bad loopt vol: bezoekers die
dagelijks reikhalzend uitzien naar een weekbeurt.

In mijn hoofd vormt zich een film van afscheiding,
golven van  de beweging
kokhalzend sla ik
slag na slag
mijn zwembadbaan.

(overdenking: inenten tegen vogelgriep,
het is de vraag of het helpt: een paar baantjes Borgelerbad
en je kunt er weer een tijdje tegen)


Bergpoortstraat

Leg je oor te luister
tegen de tijd.
Hoor het stampen, het dampen,
het zagen, het knagen.
Hoor geschreeuw van de bazen,
gevloek van de knechten.

Hoor het koken van vetten
en het maken van tonnen.
Hoor het malen, het persen,
het zeven en breken.
Luister, hoe geluiden
vergaan, in de tijd.

Zie, gebouwen herrijzen.
Geluiden hernemen de ruimte,
als het zachte gefluister
van twee geliefden,
als een lach van de buren
op het balkon.

Er klinken kindergeluiden
uit monden voor wie deze plek
de wereld is.
brekerij, ziederij, grutterij, kuiperij.
Voor hén mystiek haast.
Woorden leggen, in metaal,
een rijk verleden vast.

Dick Metselaar