In dit huis

is elke kamer een ander land
elk bed een kloppend hart in een ander verhaal
een andere vlucht, een andere taal
Misschien herkennen deze mannen elkaar
in boze dromen onder blauwe dekens
gemaakt van zee
het openzetten van een raam
het willen horen van buitengeluid
het verzamelen van potten en pannen onder hun bed
Ze nemen elkaar zonder uitleg mee
in verborgen pijn
van hetzelfde soort liedjes, hetzelfde refrein.

Hoe het kan
in deze kamer
zoveel moed, zoveel man

Alles is hier op doorreis
ontvankelijk, behoedzaam, stil
de geur van appel, smaak van munt
het zachtjes roeren in een glas
het pellen van banaan
maar tussen alles door gloeit er
de rechtopstaande wil
om ergens ooit aan land te gaan.

Alied van der Meer: “Dit gedicht gaat over een bezoek aan een bewoner van het AZC in Schalkhaar. Ik was hem eerder deze zomer tegengekomen in de stad waar hij me spontaan aansprak en blijk gaf van de vaste wil om de Nederlandse taal machtig te worden en werk te vinden. Bij mijn bezoek aan het AZC was ik onder de indruk van de gastvrijheid die deze man bood binnen de beperkte mogelijkheden en de muren van zijn eigen -met 2 andere mannen gedeelde- kamer. Deze gastvrijheid, samen met de enorme veerkracht van mensen die huis en haard hebben moeten ontvluchten, zijn 2 inspirerende waarden die ik met dit gedicht voelbaar wil maken. Het past ook bij mijn stadsdichterschap waarin ik gebeurtenissen, groepen en mensen die niet de krant halen, maar die dapper en onopvallend doorleven, in het licht wil zetten. In hen schuilen vaak de mooiste verhalen. En gedichten.”

Het gedicht werd zaterdag 24 september 2022 uitgedeeld aan de bezoekers van de Open dag op AZC Schalkhaar.