Lof der Zotheid

Lof der Zotheid
Stof tot botheid
Mof, en fiets kwijt
sof en zeurtijd
pof en geld slijt
wat een rottijd

Lof der Zotheid
hof voor hooimeid
tof zich uitspreidt
grof en platheid
knof en kaasmijt
ben ik mooi kwijt

Lof der Zotheid
prof dus: godheid!
Sof! de bal kwijt
doffe arbeid
grondigheid: de
Go Ahead-stijd

Laf der Zatheid
Maffe platheid
Daf die doorrijdt
Straf,  geen vrijheid
Graf en zin kwijt
Najaarsmoeheid

O die Zotheid
van verslaafdheid
aan vormvastheid
en Latijnse
nauwgezetheid

Was Erasmus
maar een straatmeid
en verruilde
al zijn kuisheid
voor enorme
bandeloosheid

Dan was Dèemter
niet met scholen
vol behangen
maar bestond
die mooie stad
enkel nog
uit Bokkingshangen!

Dick Metselaar
Stadsdichter