Samenspel

Bespeel ons, o Muze, de schoonst’ aller banen:
die van Deventer Dichter, en laat ons beramen
hoe wij ons wapenen tegen de wanen
waarmee wij ons willens en wetens omvamen.

Als de stad staat op stelten,
als de Adelaars spelen,
als de spreekkoren klinken
uit dorstige kelen,
als de burgerwacht waakt
aan de Deventer poort;
nu nog een snaak
die dit alles verwoordt.

Zend ons dus, Muze, een dichter, een bouwer,
een lettergreepvoeger, een rijmmetselaar,
een signalenontvanger, een gedachtenontvouwer;
U doet het voorspel, wij staan klaar.

Jos Paardekooper