3 augustus 2019 werd ik bij de aftrap van het Tuinfeest als nieuwe stadsdichter geïnstalleerd. Voor de gelegenheid schreef ik dit gedicht:
Tuinfeest
Je kunt ze beter lezen, in je eigen tempo, ongestoord
Zodat je ook niet telkens al die dichterlijke toontjes hoort
Gezeten in je luie stoel geniet je een gedicht volmaakt
Niet zelden dat je ergens halverwege in vervoering raakt
Je legt de bundel eens terzijde, laat bezinken wat je las
Je blik dwaalt af, gedachteloos vergeet je even waar je was
Zo neem je ze het beste tot je, voor een optimaal effect
Toch loopt het storm als Bouwkunde een blik poëten opentrekt
Er lopen meer dan dertig dichters rond hier op dit tuinfestijn
Wel meer dan dertig! Berg je maar, één dichter kan al gortig zijn…
Maar zie, dit is een viering, het is straks in alle tuinen feest
Dit alles is ter ere van wat je normaal gesproken leest
Ter ere van het woord, de taal, de diepere betekenis
Die vrije vrijetijdsbesteding die gedichten lezen is
Die ingetogen bezigheid, inwendig, in zichzelf gekeerd;
In stilte wordt wat even stil geschreven is, geconsumeerd
Zo klein als poëzie kan zijn, zo introvert en een-op-een
Zo buitensporig vieren wij tot middernacht dit fenomeen
Dat brengt ons hier bijeen. En na zo’n dag, geheel en al voldaan
Kan iedereen in zijn cocon er weer een jaartje tegenaan
Verzadigd van dit festival, waar schoonheid nooit terrein verloor
Het kleine nog de ruimte krijgt, de stilte nog gehoor