Wil je me blijven zien

Ben vergeten brood te kopen
heb’t het vuilnis niet op straat gezet
ook de kraan weer laten lopen
niet op de kinderen gelet.
De kachel te hoog afgesteld
de hond ’s nachts niet meer uitgelaten
mijn moeder niet meer teruggebeld
vis geserveerd met duizend graten.
Alle klussen zwart betaald
bij de film in slaap gevallen
de foute tandpasta gehaald
en tot overmaat van ramp
mijn puzzelprijs laten vervallen.

Maar als ik lastig word misschien
Wil je me dan blijven ZIEN?

Het schilderij scheef opgehangen
het bord van woede stuk gegooid
bijen in een pot gevangen
en een vogeltje gekooid.
Alle buren niet gegroet
de spitskool te ver doorgekookt
geleefd op veel te grote voet
en als een ketter doorgerookt.
Het formulier heb ik natuurlijk
expres met fouten ingevuld
en in contact met ouderen
toon ik steevast geen geduld.
De rekening is niet betaald
oud zeer heb ik weer opgerakeld
het kerstmenu alleen bepaald
en glaswerk torenhoog gestapeld.
Zeven verjaardagen verzuimd
misverstanden niet vertaald
alle kroegen afgeschuimd
en ook nu, het spijt me zeer…
ook mijn prik weer niet gehaald.

Maar als het echt niet gaat misschien
Wil jij me dan blijven ZIEN?

Een prutsgedicht heb ik geschreven
van wandaden geen spijt betuigd
mijn zin te vaak stug doorgedreven
de teckel meermaals afgetuigd.
Wat ik allemaal beweerde
raakte soms echt kant noch wal
en wat ik roekeloos begeerde
geen probleem hoor, want ik stal… (maar jouw bol heb ik geaaid en ook nog klaprozen gezaaid!)
Meer kan ik er niet van maken
en weet het best, je vindt me laf
ook bij de buurtquiz ging ik slapen
en van mijn booster… zag ik af

Maar op het moment dat het zover is
want ooit gaat het natuurlijk mis
en fluister ik met zwakke stem:
Wil je me nu heel misschien
toch gewoon wel blijven ZIEN…..zoals ‘k nu eenmaal ben.

De gedichten ‘De handreiking van de poëzie, een gedachtegang’ en ‘Wil je me blijven zien’ zijn gemaakt en gepresenteerd tijdens de 12e Geert Grote dag. Deze dag was op zondag 16 oktober in het Geert Grote huis in Deventer en had het thema ‘Ziekte en solidariteit’.

Het prozagedicht ‘De handreiking van de poëzie, een gedachtegang’ werpt een licht op het onstuimige maakproces van de poëzie en de parallel die er wellicht is te trekken met het ongebreidelde groeien van een virus én de talloze opvattingen over hoe je er het beste mee om kan gaan. Want: hoe krijgen we al die vaste feiten, wilde gedachten, dromen en drogbeelden tot een praktisch plan van aanpak? De poëzie draagt een idee aan!

Het gedicht ‘Wil je me blijven zien’ kunt u lezen als lichtvoetig toetje na gedane arbeid.